Onderwerp: effect van Bicar®Z op melkvee tijdens lactatie in de zomer
Het onderzoek beoordeelt de doeltreffendheid van natriumbicarbonaat (Bicar®Z) op de melkproductie tijdens hittestress.
Het onderzoek werd geleid door:
- Baucells Joaquim, Centre Veterinari Tona S.L.
- Josep Torrellardona, docent, afdeling Medische Pathologie, Universitat Autònoma de Barcelona – UAB
- Bruno Moreira, zesdejaarsstudent van de MSc Diergeneeskunde, faculteit Diergeneeskunde – universiteit van Lissabon, Portugal.
Onderzoeksopzet: proef uitgevoerd bij 197 koeien tijdens de lactatie in Spanje
Het onderzoek werd uitgevoerd in een veebedrijf in de streek La Garrotxa (Girona, Spanje). In totaal namen er 197 Holstein-koeien in de lactatieperiode aan deel.
De dieren werden in drie groepen verdeeld: twee behandelingsgroepen en een controlegroep.
De controlekoeien (n=87) kregen eenmaal per dag een gemengd rantsoen, terwijl de behandelingskoeien (m=111) hetzelfde dieet kregen, maar met een supplement van 250 g natriumbicarbonaat (Bicar®Z) per koe per dag.
Het onderzoek werd uitgevoerd in de twee heetste perioden van het jaar:
- Periode 1: juli
- Periode 2: augustus
De temperatuur, vochtigheidsgraad en neerslag werden dagelijks gemeten en de temperatuur-vochtigheidsindex (TVI) werd berekend met de volgende formule:
TVI = (1,8xT+32) ‐ ((0,55‐0,0055xRV) x (1,8xT‐26))
T = temperatuur; RV = relatieve vochtigheid
De melkproductie en inname van droge stof per groep werden dagelijks gemeten. Aan het einde van elke periode werd het ademhalingsritme en de rectale temperatuur van een aantal koeien (n=14 per behandelingsgroep) gemeten en werden bij dezelfde koeien urinemonsters afgenomen
Resultaten
De resultaten geven aan dat de gemiddelde TVI net onder de hittestressdrempel bleef. Op de heetste momenten van de dag bedroegen de TVI’s echter respectievelijk 86 en 88 in periode 1 en 2. Die TVI’s zijn matig tot ernstig en kunnen leiden tot een snellere ademhaling en hogere lichaamstemperatuur, met als gevolg een daling van 3 tot 7 kg in de dagelijkse melkproductie.
Volgens de resultaten ondergingen de koeien ten minste gedurende een deel van de dag hittestress, wat preventieve maatregelen rechtvaardigt en een gepaste context biedt voor de proef met toediening van bicarbonaat aan koeien met hittestress:
- Bij koeien die Bicar®Z kregen, daalde de rectale temperatuur gemiddeld met 0,52ºC. Die daling is relevant voor melkvee en werd in verband gebracht met een lagere melkproductie (Zimbelman et al., 2009).
- De pH van de urine daalde tijdens de behandeling met Bicar®Z.
- Ook de concentratie bicarbonaat in de urine daalde tijdens de behandeling met Bicar®Z, terwijl de kaliumconcentratie gelijk bleef.
In het algemeen wijzen de gegevens erop dat de dieren in zekere mate hittestress ondervonden en dat de toediening van Bicar®Z die enigszins verlichtte.
De productie was beter met Bicar®Z, waarschijnlijk met een bovengemiddelde respons.
De melkproductie steeg met 4,3 kg, waarschijnlijk door een hogere inname van droge stof bij de behandelingsgroep in vergelijking met de controlegroep (2,2 kg minder droge stof per dag).
Conclusie: wat leren we uit dit onderzoek?
Het experiment werd uitgevoerd in omstandigheden van hittestress. De toediening van Bicar®Z leidde tot een daling in bepaalde hittestressindicatoren (rectale temperatuur, bicarbonaat en pH in urine), een hogere inname van droge stof en een betere melkproductie in vergelijking met de controledieren.
Afbeelding 2: Effect van Bicar®Z op melkproductie bij hittestress